Gisteren was het de prijsuitreiking van de Junior Journalisten Wedstrijd. Een schrijfwedstrijd voor alle leerlingen van het 5de en 6de leerjaar. Het thema was dit jaar ‘Sport en Spel’ . (thema van de jeugdboekenmaand)
De avond begon met een auteurslezing. Deze keer was het niemand minder dan Tom De Cock. Het was een heel boeiende en toffe lezing over zijn boekenreeks ‘Lily’.
Daarna was het eindelijk zover: de bekendmaking van de winnaars van de JJW 2024. Er kwamen dit jaar bijna 300 opstelletjes binnen. In onze school hadden we maar liefst 3 laureaten. Esmée, Arthur en Ewout eindigden bij de beste 10 schrijvers van Sint-Gillis-Waas. Knappe prestatie van dit trio!
Ewout werd zelfs de winnaar en eindigde als eerste. Proficiat Ewout met je overwinning!
Maar ook proficiat aan alle andere deelnemers die niet in de prijzen vielen. Volgende keer misschien meer geluk. Blijven schrijven is de boodschap!
Jullie kunnen hieronder mee genieten van de 3 winnende werkjes.
Volleybalmatch
Eindelijk! Vandaag is het de dag. Ik speel een volleybalmatch en niet zomaar een, nee een olympische wedstrijd. Ik heb me er zo op verheugd en vandaag is het de dag. Het is in Beveren om 11:30 stipt. Het is nu 10:00. Een uur later komen we aan. Ik ga naar binnen en er valt me iets op: het volleybalnet is verdwenen. Ik vraag aan de trainer of de match nog doorgaat. En hij zegt: ik vrees van niet. O nee, ik heb me hier zo op verheugd en nu gaat het niet door. Ik moet iets doen maar wat? Ik moet het zoeken, maar waar moet ik beginnen? Ik kan niet zoeken zonder aanwijzingen. Ik vraag aan bezoekers of die iets gezien hebben. Tot een man zegt: ik zag de dief. Hij liep naar de Nieuwstraat. Ik besluit naar de Nieuwstraat te gaan en daar verder te vragen. Ik bel aan bij een paar huizen maar zonder succes. Ik wil het bijna opgeven tot ik iemand hoor fluisteren. Ik kan nog net het woord volleybal eruit verstaan. Misschien heeft dat er iets te maken. Ik ga ernaar toe en vraag of zij iets weten over het gestolen net. Ze zeggen dat ze wel iets in het bos gezien hebben. Ik heb geen andere keuze. Ik ga het bos in en zie iets. Ik geloof mijn ogen niet en zie allemaal arme mensen met een bal over het net spelen. Ik ga een beetje dichterbij en vraag waarom ze het gestolen hebben. Een kindje zegt dat hij ook wou volleyballen. Ze zeggen dat ze spijt hebben dat ze het gestolen hebben. Ik zei: Ja, het is inderdaad niet oké om iets te stelen, maar we kunnen wel iets doen om centjes te verdienen. Laten we samen pannenkoeken bakken en met dat geld kunnen we samen een net kopen.
Dus we gingen naar de winkel en kochten alle ingrediënten voor pannenkoeken. We maakten mooie posters en hingen ze in heel de buurt op. We hoopten dat er heel veel volk zou komen. We waren heel zenuwachtig of dat er genoeg volk ging komen. Toen we aankwamen zagen we dat heel de buurt was komen opdagen. We gingen snel aan de slag en voor we het wisten waren alle pannenkoeken uitverkocht. We hadden ondertussen al genoeg geld ingezameld om een net en een paar volleyballen te kopen. We kregen ons net terug en we konden weer beginnen trainen voor de volgende wedstrijd. En alle mensen uit de buurt konden samen volleyballen.
Ewout L5
De droom van Lucas
Het was een koude nacht toen een vrouw op het punt stond om te bevallen. Een dag later beviel de vrouw van een baby’tje, ze gaf het de naam Lucas. Een paar jaar later toen Lucas vier was, was hij dol op voetbal. Hij vroeg daarom aan zijn ouders of hij mocht voetballen. Zijn ouders zeiden neen want zijn ouders waren geen fan van voetbal.
Lucas ging huilend naar zijn kamer en bedacht een plan om voetballer te worden. Lucas sloop stiekem weg uit huis. Hij ging naar de dichtsbijzijnde voetbalclub om zich in te schrijven. De man achter de toog zei nee omdat hij nog te jong was.
Lucas had veel lef voor een kind van vier. Hij ging stiekem toch voetballen met zijn vrienden. Ondertussen in het huis riep mama naar Lucas om te komen eten. Maar er kwam geen antwoord. Daarom gingen zijn ouders naar zijn kamer. Toen ze zagen dat Lucas niet op zijn kamer was en ook het bed leeg was begonnen zijn ouders zich ongerust te voelen.
Toen Lucas thuiskwam vroeg zijn mama aan Lucas ‘Waar bleef je heel die tijd? Ik was zo ongerust!’ Lucas zei ‘Ik was op de voetbal, mama. ‘
‘Wat???!’ zei de mama verwonderd.
De ouders van Lucas waren heel boos. Hij kreeg straf. Hij mocht een maand lang niet voetballen. Lucas protesteerde nog. ‘Maar… ‘
‘Niks te maren’ zei mama. Lucas aanvaardde zuchtend zijn straf.
Maar Lucas gaf zijn droom niet op. Een jaar later ging hij terug naar de voetbalclub. Nu zei de meneer achter de toog dat hij mocht komen voetballen. Joepie, dacht Lucas! ‘Maar waar zijn je ouders?‘ vroeg de man achter de toog. ‘Die zijn nog thuis’ antwoordde Lucas en hij ging er snel vandoor voordat zijn ouders weer zouden ontdekken dat hij weg was. Hij kwam gelukkig net op tijd thuis. Zijn mama kwam net kijken waar hij was.
Lucas bleef altijd stiekem naar de voetbal gaan om te trainen. Toen Lucas tien jaar werd, vertelde hij aan zijn mama dat hij was blijven voetballen. Zijn mama was boos maar ook wel trots. Trots omdat Lucas zijn dromen najaagde en een beetje boos omdat hij niet luisterde naar zijn ouders. Maar dat was snel vergeven.
Later, toen Lucas twintig werd, speelde hij tegen andere landen en ploegen. Hij werd de beste voetballer ter wereld.
Arthur L6
HET VERKEERDE SCOUTSVERHAAL
Het was zaterdag in Sint-Gillis-Waas.
Line was op scoutskamp. Ze werd net afgezet door haar mama.
Ze zwaaide haar uit en dan ging ze naar haar vriendinnen.
De leider zei: ”Vandaag gaan we een leuke activiteit doen. We gaan vlaggen met een kleur zoeken. Ik geef jullie allemaal 3 minuten om teams van 4 of 3 te maken en dan mogen jullie beginnen!”
Line ging naar haar vriendinnen die al klaar stonden om een team te worden dus ze was in een team met: Ella, Anna en Lisa
Dan zei de leider na 3 min: “Okay jullie zijn nu allenmaal in groepjes verdeeld, nu gaan ik jullie een blad met 10 kleuren geven om te zoeken bij elke kleur is een opdracht aangeplakt dus jullie mogen beginnen. Volg ook de kaart die ik jullie nu heb geven naar de kleuren en … start!”
Line, Anna, Lisa en Ella begonnen met lopen. De eerste kleur was
geel.
Hun kaart leidde hen naar een bos. Ze waren helemaal verdwaald door de kaart. Lisa zei:” Oké om eerlijk te zijn ik kan niet kaartlezen sorry.”
Iedereen keek naar Lisa en zei:” Jij was de persoon die de weg wees. Waarom zeg je dat nu pas dan?!”
Lisa zei: ”Ik wilde jullie niet bang maken dat we gingen verdwalen en ik dacht dat Ella de weg ging wijzen!”
En ze besloten om gewoon ergens te wachten hopend dat iemand hun kon vinden. Plots zei Lisa: “Ik heb honger. Hebben jullie in ieder geval eten bij jullie?”
Line, Ella en Anna schudden hun hoofd.
De leider was nu alle teams aan het tellen:” 1 2 3 4 5 uhm waar is het 6de team dan?” Vroeg ze.
Iedereen wist het niet waar ze waren maar toen zei een meisje: “Je bedoelt vast het team met Anna, Lisa, Line en Ella of niet?”
Ja zegt de leider waar zijn ze nou? Ze moesten hier al 30 min geleden zijn!
De leider ging op zoek naar alle plekken waar de vlaggen lagen, ook bij de gele, maar niets te vinden.
Maar toen kwam er iets op. Ze wist dat Lisa niet kon kaartlezen dus ze wist meteen al dat ze verdwaald waren door haar maar ze ging verder zoeken tot het half 9 was ze was al zo lang aan het zoeken. Dus ze besloot om te stoppen en de politie te bellen de politie zocht de hele nacht door. Toen hoorden de meisjes een geluid. Ze hoorden: “Line, Lisa, Anna en Ella. De politie had hen eindelijk gevonden. Ze wilden meteen naar huis en toen besloten ze om van nu af aan opletten met kaart lezen in het bos.
Esmée L6